Midden goot.
In de midden van de sloep aan de binnenkant loopt een “goot” deze moet dicht gemaakt worden met schuim. Zo wordt een vlak geheel en ook hier komen vier lagen verschillende soorten composiet op. Dit geeft weer enorm veel sterkte aan de kielbalk.
Voetsteunen.
Voor de voetsteunen moeten ook schotjes van composiet worden gemaakt.
De voetsteun zal bestaan uit 2 opstaande schotjes met daartussen een beweegbare plaat waar de voeten op vast gezet kunnen worden. De tekening van de voetsteunen is 1 op 1 gemaakt. Deze onderdelen worden uitgeknipt en vervolgens op hout geplakt. Daarna wordt dit uitgezaagd en deze mal wordt weer gebruikt om de onderdelen uit twee cm schuim te zagen.
Omdat de romp rond loopt en de ronding niet overal hetzelfde is moeten verschillende schuintes aan de schotjes gemaakt worden.
In de kopse kant wordt een sleuf gefreesd. Voor de bevestiging van de buis, waar het voetenbord op komt, wordt een aluminium strip in gelijmd. De schuimschotjes moeten weer bekleed worden met een lijmlaag en 3 lagen composiet. Dit alles zou, na het bakken van de romp, gebakken worden.
Vacuümeren.
Van de boot zijn nu alle delen gelamineerd. De midden goot, de rand van de doften, de boorden en het voordekje. De mal kan weer voorbereid worden voor de laatste Quar cyclus, alles moet weer in gereedheid worden gebracht.
Woensdagmiddag.
Er wordt weer scheurweefsel op het composiet aangebracht, de plastic laag, het vilt en het vacuüm folie worden ook weer bevestigd. Alleen op de binnenkant en de randen komt een vacuüm zak. Er word op de buitenkant van de rand dubbelzijdige kleefband geplakt. Vanaf deze plakrand wordt het vacuüm plastic geplakt. Folie wordt in de binnenkant van de boot gelegd en rondom vast geplakt. Zo wordt alleen de binnenkant de boot gevacuümeerd.
Er worden weer de benodigde nippels aangebracht en de slangen worden aangesloten.
Als deze klaar zijn kunnen de pompen weer worden gestart en wordt er gevacuümeerd. De ombouw wordt weer om de mal aangebracht en zo wordt er weer een bakoven gecreëerd.
Bij het vacuümeren werden er twee pompen aangesloten voor voldoende zuig capaciteit, één op het voorste en één op het achterste gedeelte van de mal.
Zo kon je bij een eventueel lek aan de drukmeter van de desbetreffende pomp zien aan welke kant deze zat. Vooral als er een hele kast omheen is gebouwd is dit een stuk handiger.
Echter konden alle lekken niet worden gedicht en werd het vereiste vacuüm niet bereikt. Deze lekken zaten niet in het folie maar er werd lucht door de boot en de mal heen getrokken op plekken zoals b.v. achter onderin de kiel waar een voorziening zit voor het roer.
Het was al laat op de avond en wij zouden de volgende dag wel zien hoe ver het vacuüm was gekomen.